Toelichting op de mutaties
De hoogte van het risicoprofiel is, op basis van 90 % zekerheid, € 0,7 miljoen lager dan de begroting 2021. Het grootste deel van de mutaties is reeds meegenomen bij de begroting 2022. Hieronder volgen de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021.
Gemeentefonds
De verhoging van het risico wordt voor het grotendeels veroorzaakt door een voorlopig nadeel als gevolg van de herijking van het gemeentefonds. Op dit moment houden wij in de meerjarenbegroting rekening met een derde van de actuele prognose. Daarnaast kan de situatie in Oekraïne zijn weerslag krijg op de economie. Aanvullende bezuinigingen zijn niet ondenkbaar.
Bedrijfsvoering
Een aantal gemeentelijke gebouwen is onderzocht op bestendige bruikbaarheid. Er is een aantal noodzakelijke investeringen in het stadhuis nodig om het gebouw te revitaliseren en duurzaam te kunnen gebruiken.
Er is een stuurgroep geformeerd die dit verder onderzoekt en begeleidt.
ICT
Geconstateerd kan worden dat de huidige personele capaciteit en ICT-kennis in de afgelopen jaren onvoldoende is meegegroeid met de landelijke ontwikkelingen op dit gebied. Bovendien wordt gezien dat ook in de komende jaren de ICT-functie snel verder zal veranderen.
Jeugdhulp
De risico’s op de tekorten op de jeugdhulp zijn met de inzet van de reserve jeugd gemitigeerd. De reserve is vanaf 2021 ingesteld ter dekking van niet begrote lastenstijgingen.
Voor 2021 zijn er incidenteel extra rijksgelden beschikbaar gesteld voor de acute problematiek in de jeugdzorg. Besluiten over fundamentele aanpassingen worden overgelaten aan het volgend kabinet.
De aanbesteding van het nieuwe MVS jeugdmodel volgt in 2021-2022 en de nieuwe contracten gaan in 2023 in. Met de begroting 2022 is het toegestaan om structureel meer inkomsten te ramen. Tegelijk zijn in het regeerakkoord ook bezuinigingen op jeugd aangekondigd.
Woningbouw
In de begroting wordt rekening gehouden met de mutaties per jaar met een aanname dat ieder jaar 50% wordt doorgeschoven. Het risico is verhoogd omdat met name de komende jaren veel woningen opgeleverd zouden moeten worden. Bovendien is een landelijk tekort aan woningen. Het zou kunnen zijn dat Maassluis daardoor niet meer sneller groeit dan de rest van Nederland en er dus feitelijk weinig meeropbrengsten in de algemene uitkering te verwachten zijn.
Wmo
In de afgelopen twee jaar zijn de kosten binnen de Wmo, voornamelijk de huishoudelijke voorzieningen, minder hard gestegen dan verwacht. De Wmo-begrotingen zijn eerder neerwaarts bijgesteld en de meerjarenbegroting 2023 laat ook een lagere uitgavenpatroon zien, dan verwacht. Hierdoor kon de reserve Wmo in de afgelopen periode goed worden gevuld. Het uitvoeringsprogramma Wmo draagt bij aan het verder verbetering van onze Wmo-voorzieningen. Om deze reden wordt het risico op de Wmo voor nu lager ingeschat.