Lokale heffingen

Overige belastingen en heffingen

Verordening lijkbezorgingsrechten
In de verordening lijkbezorgingsrechten zijn de tarieven opgenomen waarmee de lasten in de exploitatie van de begraafplaatsen worden gedekt. Maassluis exploiteert twee gemeentelijke begraafplaatsen: de Algemene begraafplaats aan de Willem de Zwijgerstraat en de Nieuwe begraafplaats aan de Hooge Zeedijk. Op deze laatste begraafplaats bevindt zich ook een aulagebouw waarin ook crematies plaatsvinden. De begrafenistarieven zijn in 2021 met 0,90% (inflatiecorrectie) gestegen.

De lasten waren in 2021 hoger dan geraamd. De inkomsten met betrekking tot begraven stegen echter ook. Het blijkt dat de aula steeds meer een regionale functie krijgt en vaker verhuurd wordt dan verwacht, waardoor de uitgaven, maar ook de inkomsten een stijgende lijn vertonen. Hierdoor is de kostendekkendheid van de begraafplaatsen ten opzichte van de begroting hoger uitgevallen. De verschillen met de begroting worden in programma 7 (volksgezondheid, milieu en duurzaamheid) verder toegelicht.

Havengelden (zeehavengeld, binnenhavengeld, bruggeld, ligplaatsgelden en liggeld pleziervaartuigen)

• De tarieven van het liggeld voor pleziervaartuigen zijn in 2021 niet gestegen.
• De pleziervaart is géén bruggeld verschuldigd.
• Het ligplaatsgeld voor een vaste ligplaats in de haven is 0,90% (inflatiecorrectie) gestegen.
• De tarieven bruggeld zijn gemiddeld ca. 1,25% gestegen.
• De tarieven van het zee- en binnenhavengeld worden bepaald door het Havenbedrijf Rotterdam en zijn in 2021 met 1,00% gestegen ten opzichte van 2020.

Rechtenverordening
De tarieven in de Rechtenverordening worden conform de VNG-richtlijn 'Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom' berekend. De werkzaamheden voor deze rechten zijn feitelijk identiek aan de werkzaamheden voor hoofdstuk 12 uit de eerdergenoemde legesverordening (Kabels & leidingen) en worden in de gemeentelijke organisatie ook door dezelfde afdelingen uitgevoerd. De lasten en baten zijn dan ook volgens een vaste verdeling verdeeld over deze twee verordeningen.

Verordening marktgeld
De heffing van marktgeld vindt plaats op basis van kostendekkendheid. Met andere woorden: de uitgangspositie is dat de geraamde kosten van markten via de heffing van marktgeld door de marktkooplieden gedragen worden.

De Verordening marktgeld kent twee tarieven: een dagtarief, dat relatief weinig wordt toegepast, en een kwartaaltarief voor de vaste standplaatshouders. Het kwartaaltarief is in 2021 verhoogd met 1,35%. Het dagtarief is verhoogd met ca. 1,56%.

In 2021 is een bedrag van € 3.500 aan corona-compensatie ontvangen. Hiermee is een deel van de lagere inkomsten als gevolg van het sluiten of beperken van de openstelling van de markten gecompenseerd. Met dit bedrag is de raming van de inkomsten naar beneden teruggebracht. Daarnaast waren er enkele incidentele uitgaven. Door al deze zaken is de kostendekkendheid in het afgelopen begrotingsjaar lager dan gebruikelijk. In onderstaande tabel een overzicht van de gerealiseerde baten en lasten. De verschillentoelichting vindt u terug bij programma 3 (Economie en Citymarketing).

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven (voor de openbare dienst bestemde) gemeentegrond. Hierbij valt onder andere te denken aan terrassen, erkers, markiezen, lichtbakken aan winkels en het tijdelijke gebruik van gemeentegrond voor het plaatsen van containers. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente de volledige vrijheid heeft in het vaststellen van de tarieven.
Er is besloten om de precariobelasting, die met betrekking tot belastingjaar 2021 opgelegd is aan horecaondernemers, voor 100% te vergoeden uit het Corona-noodfonds. MKB-ondernemers worden voor 50% gecompenseerd.

De kosten die hier mee gemoeid zijn bedragen € 3.914 voor het MKB en € 20.654 voor de horeca, in totaal € 24.569.

De precariobelasting voor nutsnetwerken (leidingen en kabels) is per 1 januari 2022 afgeschaft. Gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mochten uiterlijk tot 1 januari 2022 precariobelasting op nutsnetwerken heffen.

2021 is het laatste jaar geweest waarin  precariobelasting geheven op netwerken van nutsbedrijven (Evides) is geheven. Daarbij mochten maximaal de tarieven in rekening worden gebracht zoals die golden op 10 februari 2016. Deze tarieven zijn in 2021 daarom niet verhoogd. De overige tarieven precariobelasting zijn met 0,90% gestegen ten opzichte van de tarieven van 2020.

Bedrijven Investeringzone (BIZ)
De BIZ-bijdrage is een bestemmingsbelasting die op verzoek van ondernemers wordt geheven om met de opbrengst activiteiten in de openbare ruimte en op internet van en voor deze ondernemers te realiseren. De belastingopbrengst wordt daartoe als subsidie uitgekeerd aan een door de ondernemers opgerichte uitvoeringsorganisatie. De heffing van de BIZ-bijdrage beperkt zich tot een bepaald gebied in de gemeente, de bedrijveninvesteringszone (BIZ). In Maassluis betreft dit het Stadshart.

De Verordening BI-zone Stadshart Maassluis is reeds eind 2016 vastgesteld. Hierin is de BIZ-bijdrage voor de periode 2017-2021 vastgelegd. Er heeft in 2021 daarom geen tariefswijziging plaatsgevonden.

Campergeld
Er heeft in 2021 geen tariefswijziging plaatsgevonden ten opzichte van 2020.

Toeristenbelasting
Per juli 2021 wordt er in Maassluis toeristenbelasting geïnd (de mogelijkheid tot het heffen van toeristenbelasting was mogelijk vanaf oktober 2020). Deze belasting wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding door personen die volgens de Basisregistratie personen niet in Maassluis zijn ingeschreven.

Het tarief per overnachting bedraagt € 2,25. De opbrengst toeristenbelasting bedraagt in 2021 ruim € 16.000.